Kort en bondig: GEIG eenvoudig uitgelegd

Wat zit er achter de Building Electromobility Infrastructure Act?

Sinds 2021 is in Duitsland de Building Electromobility Infrastructure Act (GEIG) van kracht. Het doel is om de uitbreiding van oplaadinfrastructuur in de bouwsector te versnellen en ervoor te zorgen dat elektromobiliteit vanaf het begin wordt overwogen bij nieuwe gebouwen en grote renovaties.

De GEIG levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het klimaatbeschermingsprogramma van de Duitse regering en vult de Europese eisen van de AFIR-verordening (Alternative Fuels Infrastructure Regulation). Samen vormen de twee verordeningen het wettelijke kader voor een landelijke, gebruiksvriendelijke laadinfrastructuur in Europa.

Wat regelt de GEIG precies?

De GEIG verplicht eigenaars en ontwikkelaars om de technische infrastructuur voor oplaadpunten in nieuwe gebouwen en grote renovaties voor te bereiden – bijvoorbeeld door lege leidingen, kabels of oplaadvoorzieningen te installeren. Dit betekent dat oplaadpunten later met weinig moeite kunnen worden aangepast.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen residentiële en niet-residentiële gebouwen:

• – Woongebouwen:
  Voor nieuwe gebouwen met meer dan vijf parkeerplaatsen moet elke parkeerplaats voorzien zijn van loze leidingen voor elektrische kabels. Dezelfde eis geldt voor ingrijpende renovaties.

• – Niet-residentiële gebouwen:
  Voor nieuwe gebouwen met meer dan zes parkeerplaatsen moet ten minste elke vijfde parkeerplaats vooraf zijn uitgerust en moet er ten minste één oplaadpunt zijn geïnstalleerd. Vergelijkbare eisen gelden ook voor uitgebreide renovaties.  Deze voorschriften creëren planningszekerheid voor de lange termijn en zorgen ervoor dat elektromobiliteit snel kan worden geïmplementeerd in de bouwsector.

• 
  

Nieuwe vereisten vanaf 2025: oplaadpuntverplichting voor bestaande gebouwen

Vanaf 1 januari 2025 geldt een nieuwe vereiste:
Bestaande gebouwen met meer dan 20 parkeerplaatsen moeten minstens één oplaadpunt voorzien. Hiermee komt een einde aan de vorige overgangsperiode – er moet nu actie worden ondernomen, vooral voor commercieel gebruikte gebouwen.  Eigenaren die de verplichting voor oplaadpunten overtreden, kunnen boetes krijgen die kunnen oplopen tot 10.000 euro tellen. Tegelijkertijd ontstaan er nieuwe mogelijkheden: nu investeren in laadinfrastructuur verhoogt de waarde van uw eigendom en positioneert u zich voor de toekomst.

Je kunt hier meer over lezen in ons artikel over de oplaadpuntverplichting 2025.

Wijkaanpak & uitzonderingen

De GEIG maakt het mogelijk om samen laadinfrastructuur te plannen en te implementeren. Door gebruik te maken van de zogenaamde buurtbenadering kunnen verschillende eigenaars van naburige gebouwen overeenkomen om de laadinfrastructuur gebundeld aan te bieden. Dit verlaagt de kosten en vergemakkelijkt de implementatie.

Uitgesloten van de GEIG zijn

• – kleine en middelgrote ondernemingen die hun niet-residentiële gebouwen grotendeels zelf gebruiken,

• – evenals projecten waarbij de kosten voor de uitbreiding van de oplaad- en kabelinfrastructuur meer dan 7% van de totale renovatiekosten zouden bedragen.

Toekomstgerichte laadinfrastructuur met reev

Het GEIG laat duidelijk zien dat laadinfrastructuur niet langer een optie is – het maakt deel uit van de moderne bouwplanning. Er zijn intelligente softwareoplossingen nodig om deze vereisten economisch en flexibel te implementeren.  Met de reev Software en het reev Energiebeheersysteem wordt de installatie en het gebruik van laadinfrastructuur eenvoudig, schaalbaar en wettelijk conform:

• – Geautomatiseerde facturering voor werknemers, huurders en gasten

• – Cloudgebaseerd energiebeheer voor efficiënte controle

• – Transparante kostenbeheersing via het reev Platform

• 
  

Dit zorgt ervoor dat eigenaars en operators altijd aan de veilige kant blijven – technisch, wettelijk en economisch.

De GEIG is een belangrijke stap om de uitbreiding van laadinfrastructuur in de bouwsector te stimuleren. De oplaadpuntverplichting vanaf 2025 zal de druk verhogen, maar ook de mogelijkheid om vastgoed uit te rusten voor de toekomst. Wie in een vroeg stadium investeert in intelligente systemen, profiteert van lagere exploitatiekosten, een grotere aantrekkingskracht en rechtszekerheid.